vrijdag 27 april 2012


Een praatje met plaatjes van een bibliothecaris over de Staat van het boek.

Deze week mocht ik spreken op het symposium ‘De staat van het boek’ van de Koninklijke Vereniging voor het Boekenvak. Hoe staat het met het boek in een tijd van grote verandering in tijdbesteding, internet, mobiele telefoon en Ipad. En wat betekent dat voor auteurs, uitgevers, boekhandelaren en bibliothecarissen. Hoe ga je om met alle ontwikkelingen? 

Als ik een verhaal over de bibliotheek vertel, begin ik met de foto van de bibliotheek Deventer in het eerste jaar van haar bestaan in 1916. Links  op de foto staat de eerste bibliothecaresse, Juffrouw Stoffel. Met boven de balk ‘Kennis is macht’ – nog steeds dé onderlegger van openbare bibliotheek anno  nu. We zijn een kennissamenleving waar we ons leven lang moeten leren, ons voortdurend als individu moeten ontplooien om deel te kunnen uitmaken van een samenleving die continue in ontwikkeling is.  


De bibliotheek ontwikkelt zich van leeszaal in 1916 tot een uitleenbibliotheek die sterk gericht is op ondersteuning van lerende in de samenleving. In de jaren ’70 is er groei op alle fronten en tuim een derde van alle Nederlanders is actief lid van de bibliotheek . Tot in 1995 internet komt. In 10 jaar tijd verdampt de groei van 20 jaar. Bibliotheken beseffen dat ze zich moeten aanpassen aan de veranderende omstandigheden en maken in 2005 een nieuwe ‘agenda voor de toekomst’. Ik moet daarbij vaak aan BarbaPappa denken die de Barbatruc doet – volstrekt veranderen en toch jezelf blijven.



Bibliotheken gingen minder de collectie en meer de gebruiker centraal stellen: ‘de klant is koningin’ Wat heb je aan boeken in een kast die niemand ooit leent? Een breed publiek van jong tot oud wordt bedient via aantrekkelijke vestigingen. Steeds vaker als onderdeel van multifunctionele gebouwen of scholen met ruime openingstijden. Maar er komen ook flagshipstores in stedelijke centra. Grote superbibliotheken waar verblijven en werken veel meer centraal staat dan uitlenen. Met forse groei in het gebruik bij beide nieuwe typen bibliotheken .
          
Fundamenteel voor de toekomst van openbare bibliotheken is de digitale bibliotheek: één gezamenlijke website-infrastructuur waar eind 2012 alle openbare bibliotheken op zijn aangesloten. Of dat nu in Deventer, Enschede of Haarlem is, onder de motorkap zit dezelfde motor. Eén catalogus met de complete Collectie Nederland waar iedereen uit kan bestellen. In Deventer hebben we die website al en die catalogus al en zijn inmiddels 15% van alle uitleningen bestellingen via Internet.

Bibliotheken zijn van oudsher de leesmotor. Die functie van de bibliotheek blijft onverminderd centraal staan in de toekomst van bibliotheken. Taal en lezen is een onmisbare functie in ieders leven. En vormt de sleutel tot kennis en verbeelding.  Bijna alle kinderen zijn lid van de bibliotheek. De helft van onze gebruikers is jonger dan 18 jaar. Van jongs af aan kinderen in aanraking brengen met boeken en lezen samen met het onderwijs en met landelijke programma’s van St. Lezen – de kunst van lezen, en de CPNB moet meer en meer een van zichtbaarste activiteiten worden. De motor draait al decennia op volle toeren, maar maakt zo weinig geluid dat veel mensen het niet weten.
Bibliotheken investeren in nieuwe manieren van informeren: lezingen, cursussen, voorleeswedstrijden, vertelvoorstellingen, themaweken, live TV via internet. Van de schrijversbezoeken in de OBA tot het juniordictee waar kinderen via de chatfunctie meeschrijven. Er is elke dag wat te doen voor jong en oud waar je wijzer van wordt. Dat geeft een enorm impuls aan kennisoverdracht in een andere vorm. In Deventer groeide de afgelopen jaren het aantal bezoekers van 404.000 naar 577.000 per jaar.

Tot slot had ik het over het digitale boek, en de digitale collectie die steeds belangrijker wordt naast alle fysieke boeken en digitale informatie – die we ‘content’ noemen. Het gaat om de inhoud, waarvan de vorm verandert en daardoor via allerlei schermen van computer, tot tablet en telefoon geraadpleegd kan worden. Daardoor ontstaan allerlei nieuwe cross mediale combinaties van boek, radio, televisie. Een heleboel E-books en digitale informatie is rechtenvrij en kunnen we opnemen in de collectie van de bibliotheek. De andere bronnen zijn niet rechtenvrij. Die moeten we als bibliotheken inkopen. Er is een regeling in voorbereiding dat bij het Rijk een budget wordt samengesteld dat bibliotheken als onderdeel van die gezamenlijke website ook Ebooks en digitale informatie kunnen inkopen:  Ebookbibliotheek.
Het inkopen schiet niet op. Er valt nog moeilijk afspraken te maken met uitgevers. Ze weten het nog niet goed en zijn er nog niet klaar voor. In de toekomst gaat het niet meer alleen maar over kopen. Je kunt op  Ebooks, net als bij muziek ook een abonnement op een collectie nemen, en dat je er iets uitneemt en leest op een moment dat je dat wilt. Geen eigendom, maar gebruiksrecht. Zijn straks bibliotheken, boekhandels en uitgevers dan concurrenten of zijn we partners? Het regelen van het leenrecht voor Ebooks moet nog plaatsvinden. Kopen wij van de uitgevers en lenen we uit tegen een vergoeding. Of gaan we samen op pad om in de komende groeimarkt van Ebooks  het kopen en delen te regelen. In de Eregalerij van Ebooks staan nu de rechtenvrije boeken die de bibliotheek verzameld. Die kunnen we uitbouwen tot de boekenkast van Nederland.
Wat is een bibliotheek anders dan burgers delen hun gezamenlijke collectie in de bibliotheek met elkaar delen. De contributie die onze leden betalen komt overeen met ons mediabudget. Wij kopen daarvan de boeken en andere media. Daarom ook de keuze voor ‘de gebruiker centraal’.
In Delft ligt het voorbeeld voor de toekomst. In de Boekenkast van Nederland – in Delft - delen leden van de bibliotheek ook nog eens hun thuiscollectie. In het catalogussysteem voegt je als lid de titels van privécollectie toe aan de boekenkast van de bibliotheek. Je vrienden mogen ze lenen als je dat toestaat. Als je iets van elkaar leent, kies je voor ophalen in de bibliotheek of bij iemand thuis.

Dan wordt de collectie van de bibliotheek ineens tien keer zo groot. Beter gezegd: de collectie die burgers met elkaar willen delen wordt tien keer zo groot. Lezers die ook nog eens hun ervaringen kunnen delen. Elkaar tippen wat mooi en bijzonder is. Elkaar ontmoeten in leeskringen, bij lezingen en tal van andere programma’s, net als het delen van de collectie, gefaciliteerd door de bibliotheek die zorgt dat dat delen legaal en tegen vergoeding plaatsvindt.
Stelt u zich voor: een toekomst waarin uitgevers, boekhandels en bibliotheken niet de concurrentie en het gevecht om de rechten en de klant centraal stellen: maar de gezamenlijke ambitie om de allergrootste leescommunity te vormen die leest, en koopt en deelt. We delen ons publiek.

                     


Bibliotheken en boekenvak hebben meer te winnen mét elkaar, dan te verliezen ván elkaar. Mooie toekomstmuziek!


Geen opmerkingen: